Woordenschat uitbreiden
Omdat we allemaal verschillend in elkaar zitten, kiezen we ook andere woorden om onszelf uit te drukken. De een zegt ‘vlug’ waar de ander ‘snel’ zegt, of zegt ’tof’ als de ander ‘vet’ zegt. Als vier mensen elkaar ontmoeten, kunnen vier mensen vier verschillende woorden zeggen: ‘hoi’ ‘yo’ ‘hey’, ‘faka’ en zo verder.
Toch kunnen we de taal niet helemaal zelf kiezen. Voor het woord ‘nacht’ bestaat geen alternatief. Als je ‘nacht’ bedoelt, kun je alleen meer dat woord gebruiken. In dit geval is de taal machtiger dan wij. Wel zo handig om die macht te leren kennen. In deze oefening een paar spellen waarmee je woordenschat (ook wel: vocabulaire) uit kunt breiden.
Warning: Undefined variable $i in /hum/web/sitestest.hum.uu.nl/htdocs/wp-content/themes/schrijfakademie-nieuw/single.php on line 26
- Vergroot je woordenschat door met jezelf af te spreken elk zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord maar 1x per dag te gebruiken.
- Kijk op synoniemen.net als je vastloopt.
- Wees zuinig op veelvoorkomende woorden, want als je geen alternatieven meer weet, moet je zwijgen!
- Begin met je medeleerlingen gedurende twee weken een whatsapp-groep en spreek af om in elk bericht minstens één Oudnederlands woord te gebruiken
- Bijvoorbeeld ‘vertuit’ (bekranst) of ‘klaveren’ (klauteren). Check in de Van Dale of je woord ook echt verouderd is: zoek het daar op, en als het niet meer gebruikt wordt en dus verouderd is, kun je het of niet eens meer vinden, of er staat bij dat het niet meer in gebruik is.
- Maak aan het eind van de twee weken een woordenlijst en organiseer een quiz voor de sectie Nederlands. De docent die de meeste woorden goed heeft, wint een leuke prijs.
- Oefen een dialect of etnolect (meerdere weken) en zoek ook de woorden op die specifiek zijn voor deze taalvariant.
- Doe een battle tegen elkaar wie het het beste kan, bijvoorbeeld: Rotterdams tegen Drents, Sittards tegen Zeeuws, Surinaams tegen Goois. Maak vantevoren een bingokaart waarop je publiek alle woorden af kan strepen die typisch zijn voor het dia- of etnolect.
- Noteer gedurende een hele dag alle Engelse termen die je hoort, en vervang ze dag erop door Nederlandse. Spreek elkaar erop aan, blijf elkaar corrigeren, net zolang de hele klas alleen Nederlandse woorden gebruikt.
- Koop een kookboekstandaard en zet het Nederlandse woordenboek erin. Zet het op de rand van de wastafel en leer jezelf elke dag nieuwe woorden tijdens het tandenpoetsen.
- Maak zinnen met deze woorden, verzamel alle zinnen met de klas en maak er een collectief verhaal van.